Bijenstal

De bijenstal vind je op de kinderboerderij. In het voorjaar van 2018 wordt er een nieuwe bijenstal gebouwd tussen het Milieu Educatie Centrum en de Proevtuin.

Een kijkje in de kast

Verwonder je hier over het leven in een bijenkast. In een bijenkast hangen ramen met raten. Daarin slaan bijen hun stuifmeel op, maken ze honing of legt de koningin haar eitjes. Wat een drukte! De plek waar een aantal bijenkasten in een huisje bij elkaar staan heet een bijenstal. Een bijenstal beschermt de bijen tegen harde wind, felle zon, regen en sneeuw. In ons land komen honingbijen in het wild bijna niet meer voor. Het zijn huisdieren die door een imker moeten worden verzorgd.

Het bijenvolk

De grootste groep bijen in een bijenvolk zijn de werksters. Zij werken hun hele leven lang. Het werk dat ze doen hangt af van hun leeftijd. De eerste 3 weken van hun leven brengen ze door in de bijenkast. Ze maken raten schoon, bouwen nieuwe raten van zelfgemaakte was, voeren bijenlarfjes, verzorgen de koningin en maken honing van nectar. Daarna gaan ze buiten de kast werken. Ze halen water en verzamelen nectar en stuifmeel. De darren (mannetjesbijen) hebben als belangrijkste taak het bevruchten van de koningin. Na de bevruchting gaat een dar meteen dood. De koningin is de enige bij die eitjes legt.

Energie-slurpers

Bijen hebben veel energie nodig. Dat komt omdat ze een speciale manier hebben om warm te blijven. In de bijenkast kruipen ze dicht tegen elkaar en bewegen hun vliegspieren terwijl hun vleugels stil blijven staan. Bij die spierbeweging komt warmte vrij, waardoor ze blijven leven. De energie om de spieren in goede conditie te houden halen de bijen uit honing. Een imker die honing uit de bijenkast heeft gehaald, vult deze aan met suiker.

Mens en honingbij

Mensen houden al eeuwenlang honingbijen als huisdier. In de middeleeuwen gebruikte men bijenwas voor het maken van kaarsen. Honing was toen de enige zoetstof. Bijen zijn ook belangrijk in de fruitteelt. Ze zorgen voor bestuiving zodat vruchten kunnen groeien. 

Weetjes over de honingbij

  • Een bijenvolk bestaat in de zomer uit ongeveer 50.000 bijen.
  • Een werkster wordt in de zomer ongeveer 6 weken oud. De eerste 3 weken blijft ze in de kast, daarna wordt ze ‘haalbij'. Ze leeft dan totdat haar vleugels zijn versleten. Dat is na ongeveer 800 kilometer. 's Winters worden werksters zo'n 6 maanden oud.
  • Een koningin kan wel 6 jaar oud worden. De imker vervangt haar meestal voor die tijd door een jonge koningin, die beter in staat is om het volk op peil te houden.
  • Voor de winter begint moeten de darren de bijenkast verlaten. Ze hebben 's winters geen functie. De werksters jagen ze weg. Het volgende voorjaar legt de koningin eitjes waar nieuwe darren uit komen.
  • Een dat herken je aan extra grote ogen en antennes, die ze gebruiken om tijdens de bruidsvlucht jonge koninginnen te vinden.
  • De temperatuur in een bijenkast is 's zomers ongeveer 35 graden Celsius. 's Winters is het ongeveer 15 graden Celsius, zelfs wanneer het buiten vriest. De bijen houden zelf de temperatuur op peil.
  • Honing is ingedikte bloemennectar met spijsverteringssappen van bijen.