Shetland pony

Van oorsprong komt de Shetlandpony van de Shetlandeilanden, ten noorden van Schotland. Deze eilanden kennen een streng klimaat met kou, wind en regen. Het landschap is open met weinig beschutting van bomen. Met zijn dikke vacht en kleine, gedrongen lichaamsbouw is de Shetlandpony goed aangepast om te overleven in deze barre omgeving. ‘s Winters beschermt de dikke vacht hem tegen de kou. Zijn kleine oren gaan warmteverlies tegen.

Op de ruige Shetlandeilanden, waar de Shetlandpony vandaan komt, is de natuur geen rijkgedekte tafel. Op de schrale, zure veengrond groeien grassen en heidestruiken met weinig voedingswaarde. Daarom heeft de Shetlandpony genoeg aan een eenvoudig menu, wat past bij zijn kleine afmeting. Als deze pony een huisdier is, moet daar goed rekening mee worden gehouden. Bij een rijke voeding wordt een Shetlandpony snel te dik. Dat kan ziekte veroorzaken en problemen geven met de hoeven. 

Zijn leergierige karakter en sterke bouw maken de Shetlandpony heel geschikt als lastdier. Dit op één na kleinste ponyras ter wereld kan een vijfde van zijn eigen lichaamsgewicht dragen. Op de Shetlandeilanden, gebruikten boeren de Shetlandpony om turf en zeewier te vervoeren. 

De kleine Shetlandpony is bij uitstek geschikt voor kinderen om op te rijden. Met een goede opvoeding kan het dier zich ontwikkelen tot een echte kindervriend. Hij heeft een eigen wil, maar kan erg aanhankelijk zijn. De vacht van de Shetlandpony moet regelmatig worden geborsteld. De lange manen moeten worden gekamd. Ook moet de Shetlandpony voldoende lichaamsbeweging krijgen. De hoeven moeten een paar keer per week met een hoevenkrabber worden uitgekrabd. Om doorgroei tegen te gaan, bekapt de hoefsmid met enige regelmaat de hoeven.