Degoe

Van nature leeft de degoe op de hoogvlakte van Chili en West-Peru, van de westkust van Zuid-Amerika tot in het Andesgebergte. Dit is een ruige leefomgeving, waar de degoe zich voedt met droge grassen en struiken. De degoe werd in de 18e eeuw door Europeanen ontdekt. Eerst dacht men dat het een soort eekhoorn was. Maar later bleek dat de degoe familie is van de cavia, die ook in Chili leeft.

De degoe is een knaagdier. Dat betekent dat zijn tanden het hele leven doorgroeien. De degoe knaagt graag aan wilgentakken, waardoor zijn tanden slijten. Opvallend is dat de tanden van de degoe oranje zijn. Dat komt omdat in zijn lichaam stoffen worden aangemaakt die reageren met de natuurlijke kleurstof in groenvoer. Een degoe met witte tanden krijgt waarschijnlijk verkeerd te eten. Net als konijnen moeten degoes altijd eten tot hun beschikking hebben. Als ze een tijdje niet eten, kunnen hun darmen stoppen met werken.